
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002
Artikel 67
1
Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk wordt een lid van de commissie van toezicht op non-actief gesteld, ingeval:
a
hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
b
hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
c
hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
2
Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk kan een lid van de commissie op non-actief worden gesteld, indien tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 66, onder b, zouden kunnen leiden.
3
In het geval, bedoeld in het tweede lid, eindigt de non-activiteit na drie maanden. Door Onze betrokken Ministers gezamenlijk kan de non-activiteit telkens met ten hoogste drie maanden worden verlengd. De non-activiteit wordt door Onze betrokken Ministers gezamenlijk beƫindigd zodra de grond voor non-activiteit is vervallen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.